Corona: onvoorziene omstandigheid?
De lockdown vanwege het coronavirus kan maken dat afspraken niet meer worden nagekomen. In juridisch jargon: een partij kan niet presteren, of dat presteren wordt heel erg bemoeilijkt. Wie door coronamaatregelen niet meer kan doen wat hij heeft afgesproken kan proberen een beroep op overmacht te doen – zie onze blog van 16 april 2020. Maar er zijn ook andere mogelijkheden: de wet kent de mogelijkheid afspraken aan te passen aan een verandering van omstandigheden. In deze bijdrage bespreek ik of het coronavirus kan gelden als zo’n omstandigheid.
De rechter kan een overeenkomst wijzigen of (gedeeltelijk) ontbinden
De partij die als gevolg van corona nauwelijks meer kan doen of leveren wat is afgesproken kan aan de rechter vragen, de overeenkomst te wijzigen. Of om de overeenkomst geheel of gedeeltelijk te ontbinden op grond van onvoorziene omstandigheden. Deze omstandigheden moeten dan wel speciaal zijn. En wel zo speciaal, dat de andere partij niet mag verwachten dat de overeenkomst ongewijzigd in stand blijft. Anders gezegd: je kunt dus nog wel nakomen maar dat is zeer bezwaarlijk.
Wanneer is sprake van onvoorziene omstandigheden
Onvoorziene omstandigheden zijn toekomstige omstandigheden waarmee partijen bij het opstellen van de overeenkomst geen rekening hebben gehouden. Voorbeelden van onvoorziene omstandigheden zijn epidemieën, oorlogen en natuurrampen.
Het uitgangspunt is: “contract is contract” (pacta sunt servanda). Een rechter zal een beroep op onvoorziene omstandigheden dus terughoudend benaderen. Een beroep op onvoorziene omstandigheden moet dus van dien aard zijn, dat ongewijzigde instandhouding van de overeenkomst in alle redelijkheid niet verwacht kan worden. Is dat niet het geval, dan is ontbinding of wijziging niet mogelijk.
Voorbeeld
Een adverteerder in de reisbranche heeft een vast contract met een reclamebureau. Voor een vaste vergoeding van € 500,- per maand plaatst het reclamebureau advertenties. De adverteerder, die zwaar getroffen is door de coronamaatregelen, wil tijdelijk geen reizen aanprijzen. Het is namelijk onzeker of die reizen kunnen plaatsvinden. Het zou in dit geval bijvoorbeeld redelijk zijn om tot een 50/50 verdeling van het nadeel te komen op grond van onvoorziene omstandigheden. Bijvoorbeeld door een tijdelijke halvering van de vergoeding per maand. Als het reisbureau niet wil meewerken aan deze tijdelijke wijziging van de overeenkomst kan de adverteerder zich tot de rechter wenden. In dat geval is de kans groot dat een rechter zal oordelen dat er sprake is van omstandigheden die wijziging van de overeenkomst toestaan. De coronacrisis is namelijk zo speciaal dat dit niet tot het normale bedrijfsrisico hoort.
Gevolgen van een geslaagd beroep op onvoorziene omstandigheden
De rechter heeft bij een geslaagd beroep op onvoorziene omstandigheden veel vrijheid om de overeenkomst aan te passen. Zo’n aanpassing kan bestaan uit het tijdelijk uitstellen van verplichtingen tot bijvoorbeeld na de coronacrisis. De rechter kan er ook voor kiezen de overeenkomst geheel of gedeeltelijk te ontbinden.
Voordat je naar de rechter stapt is het verstandig om eerst met elkaar te onderhandelen over wijziging van de overeenkomst. Zo kun je de gang naar de rechter voorkomen en afspraken maken waar beide partijen zich in kunnen vinden. Mocht je er niet in slagen onderling tot een oplossing te komen dan denken wij graag met je mee.